LEIDSCHENDAM - Het beginnersrijbewijs voor kersverse autobestuurders zal het verkeer amper veiliger maken. De pakkans bij overtredingen - en dus de kans om strafpunten te vergaren - is hiervoor te laag, oordeelt de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV).

Landelijk verkeersofficier K. Spee presenteerde eind vorig jaar de eerste resultaten van het beginners- of puntenrijbewijs. Van de 640.000 mensen die sinds de invoering in maart 2002 hun rijbewijs haalden, liepen ruim 4500 tegen een strafpunt aan; 168 jonge bestuurders kregen een tweede punt wegens fiks te hard rijden of onder invloed van alcohol achter het stuur kruipen. Twintig wegpiraten raakten met drie strafpunten hun rijbewijs kwijt.


Afname

De conclusie van Spee dat het puntenrijbewijs werkt, trekt de SWOV in een reactie op haar website in twijfel. Het doel van het puntenrijbewijs - het verbeteren van de verkeersveiligheid - is niet aangetoond, aldus de stichting. Cijfers over een "duidelijke afname" in het aantal slachtoffers of ongevallen onder de jonge bestuurders zouden dergelijke conclusies volgens de SWOV kunnen rechtvaardigen. "Dit is nog niet onderzocht en ook niet op een andere manier aangetoond of aannemelijk gemaakt."

Wanneer de politie op dezelfde manier als nu blijft controleren, verwacht de stichting dat het puntenrijbewijs amper effect zal hebben op de verkeersveiligheid. De pakkans is "(te) laag". "Gerelateerd aan het totaal aantal uitgegeven rijbewijzen is het totaal aantal uitgedeelde punten bescheiden, tenzij we aannemen dat beginnende automobilisten geen overtredingen begaan", zeggen de SWOV-onderzoekers wijzend op de resultaten.

Verkeersongeval

De kans dat autobestuurders tussen de 18 en 24 jaar betrokken raken bij een verkeersongeval is volgens cijfers van de SWOV vier keer zo groot als voor andere bestuurders. Van alle bezitters van een rijbewijs valt 8 procent in deze leeftijdscategorie. Bij 22 procent van de verkeersongevallen (in 2003) is een beginnende bestuurder betrokken.

Bron: ANP