Naar verwachting walst Spider-man 3 in mei alle concurrentie plat en gezien het feit dat de filmploeg goeddeels ongewijzigd is, valt een nieuwe artistieke triomf ook niet uit te sluiten.

Als de Spider-man films het hoogst haalbare op het gebied van de stripverfilming-met-superheld vertegenwoordigen, dan mag nieuwkomer Ghost rider ergens in de onderste regionen worden geschaard. Maker Mark Steven Johnson tekende na het verwante en ook al niet zo denderende Daredevil voor regie en scenario.
Hij kan zich dit keer beroepen op de verzachtende omstandigheid dat de strip weinig meer te bieden had dan het iconografische beeld van een brandend skelet dat zich op een brandende motorfiets verplaatst. Het woord cool werd er voor uitgevonden.
In de film speelt Nicolas Cage op zijn vertrouwd charmante manier Johnny Blaze, een eigentijdse Evel Knievel, die met hachelijke motorstunts miljoenen toeschouwers in vervoering brengt, maar tot een eenzaam bestaan is veroordeeld. Blaze sloot namelijk ooit een pact met de duivel en krijgt nu de opdracht om voor zijn meester de zielen van een kwartet aartsengelen te vergaren. Daarbij verandert hij in het titelpersonage.
Cage is een enorme fan van de strip en heeft de spookrijder al jaren geleden op zijn lichaam laten tatoeëren, zo wil het verhaal. De gescande schedel van de acteur vormt bovendien de basis voor de digitale trucage die de brandende motorrijder tot leven bracht. Dat alles mag getuigen van hart voor de zaak, een skelet dat zijn leren broek en jack zo solide uitvult als deze knokige knar, oogt niet bepaald overtuigend.
Grappig zijn de worstelingen van Cage met het alter ego echter wel, maar de sympathieke held stuit op een kwartet aanmerkelijk minder tot de verbeelding sprekende tegenstanders en moet de film daarom moederziel alleen vlot trekken. Het pleit voor Cage dat het hem redelijk afgaat, zeker na het ook door persoonlijke liefde ingegeven misbaksel dat de herverfilming van The wicker man was. Maar dat neemt niet weg dat Ghost rider blijft steken in goede bedoelingen en aardige ideetjes die op niets uitlopen. In die laatste categorie past ook het aandeel van Peter Fonda, die van een jonge God in Easy Rider in een lispelende Mefistofeles is veranderd.
Bron: Het parool