Jongeren zijn steeds minder geïnteresseerd in motorrijden. Niet meer dan één op de tien motoren is in het bezit van twintigers. In 2000 ging het nog om één op de vijf motoren. Het Centraal Bureau voor de Statistiek spreekt woensdag van vergrijzing onder motorrijders. Bijna twee derde van de motorrijders in Nederland is ouder dan 40. 

De bond van garagehouders Bovag denkt dat jongeren worden afgeschrikt omdat het lastiger is geworden om het motorrijbewijs te halen. Zo worden sinds 1 april 2004 niet vier, maar zeven bijzondere verrichtingen getoetst tijdens het examen. Ook moeten twee praktijkexamens worden gedaan: één voor voertuigbeheersing en één voor verkeersdeelneming. Daarmee moet het aantal ongelukken met motoren worden teruggedrongen.

Ook speelt volgens de Bovag een rol dat jongeren onder de 21 jaar nog geen zware motoren mogen besturen. Om dat te mogen, moet iemand die voor zijn 21e zijn rijbewijs haalt eerst twee jaar op een motor in de lichte categorie rijden. Motorrijders die hun rijbewijs later halen mogen meteen op een zware motor stappen. Bovag denkt dat die regel het motorrijders wat onaantrekkelijker maakt.

De bond ziet de regels in de toekomst alleen nog maar scherper worden. Op zijn website blikt de Bovag al vooruit naar 2012. Dan zullen de regels vanuit de Europese Unie jongeren nog meer ontmoedigen om voor de motor te kiezen, vreest de organisatie. Jongeren moeten dan door een systeem van verschillende rijbewijsniveaus en praktijkexamens nog langer op lichtere motoren rondrijden. Pas vanaf 24 jaar kan iemand dan direct het rijbewijs voor de zwaarste klasse behalen.

Hoewel de belangstelling voor motoren onder ouderen toeneemt, nam de verkoop van de motorfietsen in de groep 40-plussers vorig jaar niet toe. Onder senioren werden vijftienduizend motorfietsen verkocht, het laagste aantal sinds 1998. Maar de Bovag constateert dat de economie weer aantrekt: in het eerste kwartaal van dit jaar werden 4815 motoren verkocht. Dat is ruim achttien procent meer dan in het eerste kwartaal van vorig jaar.

Vorig jaar waren in Nederland 568 duizend motoren geregistreerd. Het gros rijdt in het westen van het land, omdat daar relatief veel files zijn. Met een motor mag stapvoets tussen de file door worden gereden, mits een motor niet meer dan tien kilometer per uur harder rijdt dan het overige verkeer. In Friesland, Groningen en Drenthe zijn weinig motorfietsen, maar dat aantal is tussen 1998 en 2007 met 67 procent gestegen. 

Bron: Novum/ANP