Op zondag 24 februari keren twee motorrijders terug van een extreme rit naar de Noordkaap, het Noordelijkste punt van Europa. Tijdens een unieke 16-daagse winterse motorrit trotseerden de, in de motorwereld om hun extreme ritten bekende motorrijders, uiterst barre omstandigheden om hun doel te bereiken. Door het brengen van een van vele handtekeningen voorziene vlag naar het Children of the World monument op de Noordkaap te brengen verdienden zij ruim 5000 euro voor KiKa.. Omstreeks 13.00 uur passeren de motorrijders de grens bij Oldenzaal en komen om 15.00 uur aan bij de hoofdingang van de Jaarbeurs in Utrecht, de plaats waar de expeditie tijdens de MOTORbeurs Utrecht onder massale belangstelling begon.
"R1" Sjaak Lucassen en Marcus "MC King" Kingma reden dagenlang over sneeuw en ijs, een omstandigheid die normaal voor tweewielers uiterst onberijdbaar en zelfs gevaarlijk is. De expeditie Right Way Up 4 KiKa" ging over een afstand van ruim 4000 km, midden in de winter op twee motoren, een Yamaha YZF-R1 supersportmotor en een Yamaha XT660R. Lucassen is als R1 Sjaak in de motorwereld vooral bekend om zijn jarenlange wereldreizen op een supersportmotor, een ongebruikelijke keuze voor dergelijke trips en daardoor altijd goed voor spectaculaire beelden en enorm veel aandacht wereldwijd. Kingma werd bekend met zijn "15 landen in 24 uur", een uitputtende rit die hij in 2007 als eerste solorijder op een motor uitvoerde.
De berijders van de Yamaha R1 en de Yamaha XT660R werden onderweg door het Korps Mariniers in Bardufoss (N) uitgenodigd. Een prachtige ervaring waarbij de militairen ook nog 500 euro doneerden aan KiKa. Overigens gaven de motoren in de bittere koude geen kik. De laagste temperatuur was -10, voor Noorse begrippen niet extreem laag, maar bij een snelheid van 60-70km/uur toch al snel goed voor een gevoelstemperatuur van -25! Een enkele keer hadden de contactsloten wat hulp nodig om gangbaar te krijgen maar startproblemen of enige motorische storingen waren er nooit. Opvallend is dat de XT660R van Kingma net terug was vanuit Afrika, waar tijdens het Africa-Live project al 23.000 kilometer bij dezelfde motor op de klok was gekomen. Door spikes in de banden werd de broodnodige grip verzorgd. Een op plantaardige brandstof rijdende LandRover Discovery diende als veiligheidsmaatregel en camera-auto, maar mocht geen hulp verlenen.