"Eén met de natuur op de motor? Nonsens", zegt rijinstructeur Jeroen Smeesters. "Ik geniet pas van het landschap als ik stilsta." Dat motorrijders zich op de weg gedragen als dolle bavianen, is een foute mythe. 
Jeroen Smeesters weet waarover hij spreekt. Hij is rijinstructeur voor motoren, woordvoerder van Federdrive (de federatie van Belgische rijscholen), en als adviseur verbonden aan verschillende Europese werkgroepen voor de verbetering van de veiligheid van de motorrijder. Jaarlijks brengt hij zelf 20.000 tot 30.000 kilometer op de motor door. Hij pleit overtuigend voor een nieuwe aanpak in de rijopleiding, met meer risicobewustzijn, -perceptie en -preventie.
Gekeken, niet gezien Het aantal verkeersslachtoffers onder bestuurders van een motor (om het even welk type, touring, sport, custom, scooter of brommer) ligt aanzienlijk hoger dan onder automobilisten. Klassieke verklaringen voor dit verschil, zoals het ontbreken van een beschermend koetswerk, volstaan niet. Bovendien stijgt het aantal slachtoffers opnieuw (1, 2). ACEM, de vereniging van de Europese Motorindustrie, wilde weten waarom en startte in 2000 de meest uitgebreide Europese studie op dit vlak ooit: MAIDS, de M otorcycle Accident In-Depth S tudy .
Ze liep over 3 jaar, bracht 2000 variabelen van 921 ongevallen in 5 landen in kaart en vergeleek deze met die van 924 motorrijders die niet in een ongeval betrokken raakten.
Het meest opmerkelijke resultaat is wel dat de meeste ongevallen met motoren veroorzaakt worden door manoeuvres en beoordelingsfouten van andere weggebruikers, zoals van rijstrook veranderen, inhalen, omkeren of de weg oprijden aan een T-kruispunt.
Velen zegden dat ze keken, maar geen motorrijder opmerkten of de situatie fout inschatten. Dat komt over het algemeen minder voor bij chauffeurs die zelf motorrijden of een familielid of goede vriend als motorrijder hebben. In 8% was een verkeersovertreding van de motorrijder de oorzaak, in 18% was dat de verkeersovertreding van de automobilist.
In tegenspraak met het vooroordeel dat motorrijders op snelheid beluste gekken zijn, was hoge snelheid (meer dan 100 km/uur) slechts zelden de reden van het ongeval: in 75% van de ongevallen lag die lager dan 50 km/uur. Voor het uit de bocht gaan (12% van de ongevallen en vaak fataal) droeg de motorrijder meestal zelf de verantwoordelijkheid. Waarschijnlijk ging het hier in de meeste gevallen om een gebrek aan ervaring en zelfkritiek.
Slechts 0,7% van de ongevallen was te wijten aan technische mankementen, vooral van de banden. Bij 9% van de motorrijders kwam de helm los tijdens het ongeval, het gevolg van een slecht aangespannen kinriem. Alcohol speelde voor minder dan 5% een rol. Het weer en de toestand van de weg waren geen doorslaggevende factoren.
Deze vaststellingen worden bevestigd door ander, recent onderzoek (zie 5-9).
Ervaring als schat Meer opleiding klinkt aannemelijk als middel om het aantal ongevallen bij motorrijders te doen dalen. Smeesters: "Maar we hebben al langer vastgesteld dat een goede technische opleiding níet tot minder ongevallen leidt en vermoedelijk zelfs tot meer, omdat ze rijders een vals gevoel van veiligheid geeft. Zij denken hun machine de baas te zijn. Op het oefencircuit klopt dat, maar niet in het reële verkeer, waar de bedreigingen onverwachts en van overal opduiken.
Ervaren rijders beschikken over een uitgebreide figuurlijke bagage die hen oplossingen aanreikt in probleemsituaties. Zij hebben het gevaar leren herkennen en kunnen dus sneller reageren. Beginnende rijders missen dat. Elke nieuwe situaties moeten ze nog onder de knie leren krijgen. Onze instructeurs peperen dat de aspiranten tijdens de rijlessen goed in: 'Denk niet dat je al kan rijden als je hier vertrekt. Het echte werk begint pas dan. Ga er altijd van uit dat alles wat mis kán gaan, ook mis zál gaan. Wees voorbereid en tracht alles te voorzien. Wat niet misgaat, is meegenomen'."
Born to be wild De veiligheidsklemtoon komt ook terug in de sinds 2007 nieuwe motorrijopleiding: de Initial Rider Training (3). Het programma werd uitgewerkt in samenwerking met de Europese Commissie, en de Vlaamse overheid wil het invoeren, onder andere als bijkomende opleiding voor al actieve motorrijders. Het rafelt alle aspecten van de rijopleiding uiteen tot in de details. Het leverde een indrukwekkend document op dat duidelijk maakt hoeveel complexer leren motorrijden is dan autorijden.
Smeesters wijst 2 groepen aan die gemakkelijk aan de moeilijkheid van het motorrijden en het belang van een opleiding voorbijgaan: de born-again en de oudere beginnelingen met veel kilometers in de auto. "Zij menen dat ze voldoende rijervaring hebben, of vrienden met een motor praten hen aan dat het wel zal lukken zonder bijkomende opleiding. Niet willen betalen voor een rijopleiding is een foute manier van bezuinigen. In vergelijking met de kost van een ongeval verzinkt de prijs van de opleiding in het niet."
De mensen met visioenen over born to be wild -romantiek confronteert Smeesters stevig met de werkelijkheid. "Motorrijden is niets voor dromers. Tijdens het rijden ben ik supergeconcentreerd, alleen bezig met de weg voor mij en met de andere verkeersdeelnemers rondom. De rest zie ik niet."
Wat Smeesters ook niet begrijpt, is de bezuiniging op beschermende kledij. Of omgekeerd, de drang om geld uit te geven aan onbenullige gadgets zoals handschoenen met halve vingers. "Motorrijden vraagt een actief engagement, en daar hoort ook degelijke motorkledij bij, zelfs in hartje zomer bij 30 graden en meer. Gewone, lichte kledij biedt geen bescherming tegen gruwelijke schaafwonden bij een val noch tegen de impactkrachten als je ergens tegenaan knalt. In motorpakken zitten op alle cruciale plaatsen verstevigingen die de slag helpen breken."
Verongelukken op het scherm Ondertussen wordt er in Finland gewerkt aan een belangrijke vernieuwing van de opleiding: de virtuele motortraining (4). Op een scherm kan je situaties simuleren die te gevaarlijk zijn in het echte verkeer. Je kan er rijders genadeloos confronteren met hun rijgedrag en de gevolgen ervan.
Je kan hen bestoken met de grilligste en meest complexe problemen. Het kan hun inschattingsvermogen en realiteitszin alleen maar bevorderen. De Europese Gemeenschap is gewonnen voor het verplicht maken van dit programma voor rijopleidingen (ook voor automobilisten).
Het verkeerde eind Jonge chauffeurs denken dat motorrijders gemakkelijk kunnen uitwijken voor een wagen (5). Automobilisten vinden overigens dat motorrijders meer aan de kant moeten rijden (zodat ze gemakkelijker kunnen passeren?). Chauffeurs met 2 tot 10 jaar rijervaring hebben de meest negatieve houding tegenover motorrijders. Bij chauffeurs die nooit op een motor zaten, leeft de overtuiging dat motorrijders zich vaak niet aangepast gedragen in het verkeer ( 6 ). Nochtans bewegen motorrijders zich volgens objectieve parameters ongeveer even veilig voort als automobilisten (7).
Onbedoelde vergissingen (stommiteiten) zijn de belangrijkste oorzaak van motorongevallen. Daarna komen bewuste verkeersovertredingen of bewust onveilig (overmoedig?) rijgedrag (8). Bij automobilisten wegen deze factoren, en dan vooral te snel rijden, zwaarder door dan bij motorrijders. Geen enkel type van motor steekt boven de andere uit als gevaarlijker (9).
Bron: knack.be