Dafne en Rob de Jong uit Hengelo zoeken de kou op. Met hun motoren gaan ze de hardnekkige vrieskou van Siberië trotseren. En daarbij deinzen ze niet terug voor temperaturen van veertig graden onder nul.
Oost-Siberië in Rusland is het koudste gebied ter wereld. Ten noorden van Jakoetsk werd ooit een temperatuur van min 71 graden Celsius gemeten. Niet bepaald een gebied om vakantie te vieren of naar toe te trekken.
Met die laatste gedachte zijn Dafne en Rob de Jong uit Hengelo het niet eens. Zij zoeken de vrieskou juist op. Hun vervoermiddel: een motor en motor met zijspan. ‘We hebben maanden van voorbereidingen achter de rug’, zegt Rob. ‘Over twee weken vertrekken we. Dat duurt ons allebei net te lang. We willen het liefst zo snel mogelijk weg.’
Op 30 november vertrekken de twee vanaf de Motor-RAI in Amsterdam richting Moskou. ‘Daar zetten we de motoren op de trein. De treinreis eindigt in Irkoetsk aan het Baikalmeer, waar ons avontuur echt gaat beginnen’, zegt Dafne.
Het Baikalmeer is met een lengte van zeshonderd kilometer het grootste meer ter wereld. Tegen de tijd dat Dafne en Rob daar aankomen is het meer een ijsvlakte. Dafne: ‘Het hangt van de dikte van het ijs af of we er overheen kunnen rijden. Lukt dat niet dan rijden we er omheen en er op de terugweg overheen. Dat bepalen we ter plekke.’
De twee laten niets aan het toeval over. Zo was een onderdeel van de voorbereidingen een verblijf van vijf uur in een vriescel. ‘We hebben in de vriescel in onze tent gelegen’, aldus Rob. En meteen gecontroleerd of de motoren na vijf uur vrieskou nog starten. Dat was zo.’
Voordat de motoren de vriescel ingingen waren ze volledig geprepareerd. Speciale banden moeten verhinderen dat het rubber kapot vriest, dunne olie voorkomt dat het smeermiddel in appelstroop verandert én de carburateur is speciaal verwarmd.
IJsvlaktes
Zelf trekken Dafne en Rob in Irkoetsk een gevoerd motorpak aan met daarover heen een dito overall. Elektrische handschoenen en sokken beschermen vingers en tenen. De oranje helmen van de twee hebben ook een verwarmingselement.
De prangende vraag is: Waarom Oost-Siberië? ‘We hebben van 1995 tot 2001 met de motor twee keer de wereld over gereden. Het stuk van Wladiwostok tot aan Irkoetsk hebben we toen met de trein gedaan, omdat dat gebied 's zomers te moerassig is om door te rijden. Tijdens die reis vergaapten we ons aan het landschap en fantaseerden we hoe het er in de winter uit zou zien. We hebben heel wat woestijnen gezien en doorkruist. Als je daar van houdt, moet je ook van zo'n sneeuw- en ijsvlakte houden.’
Rob rijdt op de solo-motor en Dafne op de motor met zijspan. Als de weg te veel obstakels kent voor de zijspan, dan kan de solo-motor aan de zijspan worden gemonteerd. ‘Door de kou is het onmogelijk om het gas te linken. Dat betekent dat beide motoren afzonderlijk worden aangedreven. Ook als één van ons ziek, gewond of oververmoeid is kunnen we besluiten de motoren te koppelen’, zegt Dafne.
Niet alleen de kick drijft het echtpaar. Dafne: ‘Tijdens onze wereldreis kregen we het gevoel dat we iets moesten doen met onze ervaringen. We waren alleen maar belevenissen aan het absorberen. We wilden op de één of andere manier iets terugdoen.’
Vrijdag bezoeken de twee reizigers groep acht van basisschool De Rozengaardsweide in Hengelo. Ze praten er over hun reizen en vragen kinderen naar hun ideeën over het winterse leven in Siberië. Dafne: ‘We vragen de kinderen om hun fantasie te tekenen. Die tekeningen nemen we mee naar scholen in Siberië en Moskou. Daar gaan we met de kinderen praten over het leven in de Westerse wereld en die tekeningen nemen we mee terug naar Nederland. Zo hopen we de verschillende werelden iets dichter bij elkaar te brengen.’
De reis van Dafne en Rob de Jong is te volgen op:
http://www.overhetijs.nl
Bron: Tubantia